2015

Ook voor 2015 staat onze reis al voor het grootste deel op papier.

We vertrekken op 23 mei van Amsterdam naar Las Vegas. We blijven daar 2 nachten om zo de boodschappen te kunnen doen.

Daarna gaan we naar Zion NP, we willen een stuk van de Narrows lopen. Via Page en Monument Valley rijden we dan naar Faye in Lake City CO.  Ze gaat ons een nieuw stukje natuur laten zien in de buurt van de Taylor Dam. Conny komt trouwens ook naar Lake City en we gaan een week samen verder reizen.

Hierna gaan we via Vernal en Montpelier naar de Craters of the Moon en Sawtooth NP, vervolgens de Hells Canyon Scenic Byway en dan naar de Columbia River Gorge. Hier nemen we afscheid van Conny, die een paar dagen later weer naar huis vliegt.

Vervolgens dalen we weer af,  via John Day Fossil Beds, Painted Hills en de Umpqua Scenic Byway naar de Oregon Coast, en na een stukje kust weer landinwaarts voor Lassen Volcanic NP.

Na Lassen willen we nog Lake Tahoe aandoen en de Tioga pas weer eens  rijden om dan na 4 weken weer in Las Vegas te belanden.

We vliegen op 22 juni weer naar huis.

Op dit moment zitten we op 4100 geplande mijlen.

Zaterdag 23 mei: de reis

 De reis begon op vrijdag al. In de middag bracht Sil ons naar het   station en we stapten op de rechtstreekse trein naar Schiphol (dachten we). Helaas dacht de NS daar weer eens anders over, we zaten nog maar net in de trein of ik zag op een mededelingenbord dat er een stroomstoring was tussen Lelystad en Amsterdam. Vlak voor Zwolle riep de conducteur om dat de trein Schiphol niet zou bereiken en dat we moesten overstappen op de trein naar Amersfoort. Vervolgens weer overstappen en dan zouden we in de goede trein terecht komen.  Er moesten meer mensen overstappen en zo stonden we opgepropt als vee in het halletje….  Gelukkig vonden we vanaf Amersfoort wel weer een plekje en zo bereikten we met wat vertraging toch nog Schiphol.

Met de shuttlebus naar ons hotel: Radisson Blu.  Het is een mooi hotel, we hadden airportview, maar na een nacht slapen viel het toch iets tegen. Het raam kon niet open en de kamer was benauwd. Ik was nogal verkouden en heb heel wat afgehoest.

De vlucht: zaterdagochtend naar Schiphol, koffers ingecheckt, door de douane en naar de Gate.

Na de ellende met de NS hadden we verder geen pech. De vlucht naar Houston vertrok op tijd en het was een rustige vlucht, wel een lange zit (10 uur). Op Houston waren we heel snel door de immigrations, maar de Costums was een ander verhaal, ik schat toch zeker een half uur. De hele hal stond vol met mensen en die wilden allemaal heel graag naar buiten.

Ook de vlucht naar Las Vegas vertrok op tijd. De vlucht zelf was wat ruw, er was erg veel bewolking en we konden weinig zien vanuit de lucht. Om 7PM zijn we geland, koffers gehaald en naar Alamo, waar we om 8PM met een mooie zwarte Grand Cherokee de deur uitreden.

Voor de eerste 2 nachten hebben we gekozen voor de Eastside Cannery.

Zondag 24 mei: Las Vegas

Tja, zondag, de eerste dag. Dat is altijd de lastigste. Albert slaapt nog wel, maar ik ben om de 2 uur wakker. Helemaal in de war dus! Tegen kwart voor 4 was ik echt helemaal wakker. Dus maar een kop koffie gezet en even wat op internet gekeken. De buren kwamen ook thuis en die hadden nogal wat lawaai dus toen was Albert ook wakker. Na nog wat koppen koffie zaten we tegen half 7 bij de Denny’s aan de overkant voor een heerlijk ontbijt. Albert een pannetje met gebakken aardappels, ui, paprika, champignons, kaas en worstjes. 1 van de worstjes was nogal boos en bespoot Albert. Na het ontbijt dus maar even omgekleed. Ik had een spiegelei, met bacon en 2 pancake’s met blueberries en aardbeien, mmmmm, rare combi maar wel lekker!

En toen was het boodschappentijd: met mijn briefje in de hand eerst naar de 99c shop, en toen naar de Walmart om de rest te halen. De eerste Walmart had geen goede slaapzakken, geen haringen en geen bbq. Dus op naar nummer 2, en vervolgens naar nummer 3. Op het laatst maar slaapzakken gekocht die goed zijn vanaf 40 graden F. Ik heb toch wel een fleece deken, dus dat moet goed gaan! Haringen hebben we veranderd in grote spijkers van de Lowe’s. En de bbq vonden we bij de Albertsons. Al met al zijn we hier een paar uur mee zoet geweest.

We zijn nog even naar de Outlet geweest, maar hadden totaal geen puf meer, dus alleen een spijkerbroek voor mezelf, de rest volgt wel als we weer terug zijn.

We hadden reserveringen voor de Love show van Cirque du Soleil in de Mirage, dus daar ook nog heen om de kaarten te halen, met in het achterhoofd dat als we echt geen zin meer hadden ze te laten vervallen. In eerste instantie zouden we daar ook dineren maar dat is nu ook uitgesteld voor later.

Dineren hebben we gedaan in het Casino hotel waar we ook slapen: de Eastside Cannary.

We waren toch wel nieuwsgierig naar de show en na even rusten zijn we toch maar gegaan. En het viel niet tegen, we vonden hem beide zelfs een van de betere shows!  Er mocht gefotografeerd worden, maar zonder flits. Hieronder een indruk:

Deze slideshow vereist JavaScript.

En toen moesten we terug (via de Strip). Nou, dat hebben we geweten! Zo te zien is de hele wereld gewoon hier in Las Vegas.  Het is zo ontzettend druk, zo druk heb ik het nog nooit gezien. We zijn dus meer dan een uur onderweg geweest om weer in het hotel te komen.

De hotel heeft hele leuke lichtjes, die steeds van kleur wijzigen. Toch nog even een impressie:

Boodschappen (eten) hebben we nog niet gekocht, dat doen we morgen wel onderweg.

Morgen gaan we dus echt op reis: we rijden naar Zion NP en blijven daar 2 nachten.

Maandag 25 mei: naar Zion NP

Gelukkig heb ik vannacht wat beter geslapen en de oogjes gingen pas open tegen half 6. Opgestaan, koffie gezet en de tv aan, even Las Vegas News kijken.

We hadden best wel honger. Het buffet in de Eastside Cannary was wel aardig, maar echt Amerikaans. Voor het ontbijt leek me dat geen goed plan. Waarschijnlijk weinig brood te vinden en veel vette dingen, dus we besloten om gewoon te gaan ontbijten in de Silver Sevens, ons vaste ontbijtadresje. De tassen waren zo ingepakt, alleen wat kleren bovenop en echt goed uitpakken doen we op de camping. We wilden nog wat drank inslaan, maar helaas was Lee’s Discount pas om 9 uur open.

Tegen een uur of 8 reden we Vegas uit, op weg naar Zion. Met een paar stops: de eerste was bij de Moapa indianen. We hadden bedacht dat we zouden stoppen met roken. Dat ging gisteren dus behoorlijk fout. Allebei in een rothumeur en het is een wonder dat er geen doden zijn gevallen. De Moapa indianen hebben gelukkig genoeg tabak op voorraad dus we gaan eerst maar minderen maar nog niet helemaal stoppen….. Ook de Southern Comfort was er niet duur, dus gelijk maar een fles ingeslagen, komt vast wel op!

De volgende stop was even koffie drinken met een heerlijke donut.

Daarna nog naar St George, even bij de Walmart kijken of er andere slaapzakken waren, dan zouden we ze omruilen. Helaas waren ook hier de schappen leeg dus we gaan het doen met de slaapzakken die we hebben, en nu maar hopen dat het niet ergens gaat vriezen. In St. George zit ook een leuke Kohl’s, dus daar nog even een joggingbroek gescoord en Albert een sweater.

Vervolgens doorgereden naar Zion, we slapen op de Zion Canyon Campground, vlak voor de ingang van het park. We hebben een prachtig plekje aan de rivier.

Eerst moesten de reistassen helemaal leeg, want tussen de kleren zaten allerlei dingen voor het kamperen en ieder een halve tent.

Toen alles boven water was gekomen begon Albert met het opzetten van de tent en ging ik alle tasjes uitpakken en alles een vaste plek geven. We hebben dit al zo vaak gedaan dat we precies weten waar alles staat. Na 2 uurtjes was alles klaar. Alleen moest er nog een steeltje aan het pannetje om er een steelpannetje van te maken en de bbq moest in elkaar geschroefd worden. We kwamen er achter dat we niets hadden wat als schroevendraaier kon dienen, maar gelukkig hadden we buren met een schroevendraaier dus alles zit in elkaar.

Elk jaar heeft Albert wel een bloeper, dit jaar ook al weer: hij doet de batterijen in de pomp en zegt ja hoor, kapot! Ik toch maar even meekijken: zitten ze gewoon niet goed….probleem dus weer opgelost, de pomp doet het gewoon!

Verder hebben we niet veel meer gedaan, beetje zitten en om ons heen kijken, gegeten, Kabob van de bbq, met brood en sla en een overheerlijk vetvrij toetje na.

De hagedissen zitten op elke steen, er vliegen kolibries rond, eekhoorntjes, allerlei mooie vogeltjes, rode musjes (ik denk een kardinaaltje), gele musjes, gewone musjes…..het uitzicht is prachtig en het weer is ook prima, wat wil een mens toch meer?

Morgen blijven we hier, we gaan met de shuttlebus het park in om wat te wandelen.

Dinsdag 26 mei: Zion NP

Na een prima nacht met op de achtergrond een kabbelende rivier zaten we om een uur of 7 aan het ontbijt en tegen 8 uur liepen we naar het begin van de campground om de shuttlebus naar Zion te nemen. Het duurde wat lang en omdat de afstand maar 700 meter was gingen we maar lopen.

Al lopend werden we natuurlijk ingehaald door de shuttlebus, dat was te verwachten, haha.

Vervolgens op de shuttle gestapt die ons Zion Canyon in ging brengen. In de zomermaanden mag je hier niet met eigen auto in en moet je met de shuttlebus. Er zijn een aantal stops. Wij bleven zitten tot de laatste stop: de temple of Sinawava. Hier kan je de riverside trail doen en aansluitend de Narrows. We deden de Riverside Trail, een makkelijke trail langs de rivier, met (zo goed als opgedroogde) watervallen, een enorme sortering aan planten die nu allemaal in bloei staan, en op de terugweg een leuke verrassing: een tarantula op het pad!

De Narrows hebben we niet gedaan, er staat behoorlijk wat water en we hebben geen waterschoenen. Bovendien was het er erg druk, dus een Wow-moment of een leuke foto zonder mensen is niet haalbaar. Slotcanyons kennen we inmiddels wel, en de Narrows zal er veel op lijken.

Toen maar weer op de Shuttle. We zijn uitgestapt bij de Zion Lodge, hier start de Trail naar de Lower Emerald Pools. Ook hier enorm veel mensen, soms sta je in de file. De Pool zelf was leuk, ook hier duurt het niet lang meer voordat de waterval droog is, het was een klein stroompje.

Na deze wandeling hadden we het voor vandaag wel gehad. Terug met de shuttle naar het visitorcentrum en vervolgens op de shuttle die ons weer praktisch op de camping afzette.

Toen was het een uur of 2. Broodje gegeten en lekker lui op een stoel gehangen. Ondertussen genoten van de squirls, de verscheidenheid aan vogels, vechtende kolibries, een hert die ook even over de camping wandelde, kortom: we hebben ons geen moment verveeld.

Ergens aan het eind van de middag dreven nog wat behoorlijk zwarte regenwolken over. Volgens Albert trokken ze richting Moab…….

En Albert had inmiddels zijn 2e bloeper: hij heeft de sleutels van de auto in de broekzak, dus hij gaat zitten en jawel: slaat het autoalarm aan. Gelukkig was het overdag want dit is hem ook al eens midden in de nacht gelukt!

Morgen rijden we verder. Door Zion heen, en dan via Kanab en Page naar Monument Valley.

Woensdag 27 mei: naar Monument Valley

Vanochtend vroeg op, tent inpakken en ontbijten. Tegen 7 uur reden we al van de camping af.

Door Zion heen, een prachtig park, die nooit verveeld. Onderweg bedachten we dat de laptop nog aan de lader moest want die was leeg. Normaal jat ik wel ergens stroom, maar alle plekken waren bezet. Voor het geval dat we geen stroom hebben nemen we altijd een convertor mee, en laden we alles in de auto. Vorig jaar is de oude kapot gegaan dus we hebben een nieuwe. Deze heeft een langwerpig stekkergaatje en laat de computer nou een ronde hebben. Tja…past niet! Voor dat we weg gingen hadden we al bedacht dat er een verloopje mee moest, maar dat waren we vergeten. Gelukkig had ik ook de wereldstekken bij me en Albert heeft er wat stukjes uitgesneden en toen paste alles weer. We kunnen weer laden.

Via Kanab ging de reis naar Page waar we vlak voor Page de New of False Wave wilden bezoeken. Een stukje natuur die overeenkomsten heeft met de echte Wave, die we vorig jaar al bezochten. Het was niet ver van de weg, we konden hem nog zien. Met wat uitgeprinte luchtfoto’s was het heel duidelijk waar we heen moesten. Als kers op de taart ook nog een WindCave, met (heel ongewoonlijk) een plas water er in. Prachtig!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Toen even naar Page, een stadje met meer kerken dan inwoners, tenminste, zo lijkt het. Even boodschappen gedaan en lekkere Starbucks koffie gehad.

Van Page op naar Monument Valley. Ik heb het nog nooit zo groen gezien. Er is hier nog al wat regen gevallen en alles bloeit en is groen! De dirtroads zijn nu echte dirt roads, plassen, diepe groeven en voor ons onbegaanbaar. We zagen vandaag ook al een tow truck de Cottonwood Canyon Road oprijden, ook daar heeft vast iemand zich vastgereden.

Monument Valley: hier zijn we al vaak geweest, maar elke keer is het weer prachtig. De enorme rotsen die zomaar oprijzen uit het landschap…..mooie kleuren…en enorm wijds.

We hebben weer een leuk plekje op Gouldings Campground, mooi naast het enige stroompunt op de tentplekken. Mijn laptop gaat dus niet leeg!

Het enige probleem is de zeer trage verbinding, ik ga proberen om de de blog en foto’s erop te krijgen, maar vermoed dat dit morgen gaat worden.

Morgen gaan we naar Pagosa Springs, we zien wel wat we onderweg gaan doen.

Donderdag 28 mei: naar Pagosa Springs

En….we hebben onze plannen aangepast!

We wilden vandaag naar de Recapture Pocket, maar dan moet je een dirtroad rijden. Omdat we al gezien hebben hoe deze er uit zien, durfden we het niet aan. Dus de plannen zijn gewijzigd.

Via de Moki Dugway naar Moab. Conny verrassen.

Toen we Monument Valley uitreden nog even de foto gemaakt die iedereen maakt die hier komt:

De Moki Dugway lag er erg goed bij, bovenaan hebben we nog even van het mooie uitzicht genoten en toen via een zeer groen gebied naar Moab.

Na een paar stops kwamen we aan in Moab. We zijn direct doorgereden naar de Canyonlands Campground. We hadden natuurlijk geen reservering en deze camping is vaak vol. Eerst hebben we gekeken of Conny’s tentje er stond en die stond er. Toen op naar de office om te kijken of er nog een plek vrij was. Ze hadden nog 2 plekken en we staan nu dus op plekje G-4.

Omdat de indiaan die zorgt voor de rooksignalen voor het internet van Monument Valley gisteren vrij was, moest eerst het verhaal van gisteren nog even op de blog gezet worden. Gisteren was ik 2 uur bezig geweest en nu stond hij erop in 10 minuutjes.

Vervolgens naar de winkel om eten voor vanavond te halen en toen lekker met een biertje in de luie stoel wachten op Conny.

Die reed ons heel mooi voorbij en zag ons niet. Albert is dus maar naar haar plekje gelopen en ze was helemaal verrast. De rest van de middag en avond lekker bijgekletst.

Al met al hebben we een klein regenbuitje gehad, maar het is niet koud. Wel kouder als de 40 graden die het hier meestal is als we Moab bezoeken. De katoenbomen zitten wel weer vol en als het waait zijn het allemaal witte katoenvlokjes.

Wat morgen ons gaat brengen is onbekend. Onderweg hebben we al wel gezien dat er in Colorado verse sneeuw op de bergen ligt en ook Conny heeft vandaag hier in de omgeving in de sneeuw gereden.

Mocht het in Lake City ook sneeuwen, dan gaan we een sneeuwpop bouwen.

Morgen dus naar Lake City.

Vrijdag 29 mei: naar Lake City

Vanochtend de tenten ingepakt en ontbeten. We hadden een reis van ongeveer 5 uur voor de boeg, maar konden het niet laten om toch via Fisher Towers te rijden. Bovendien lag daar nog een cache die Conny graag wilde doen.

Ook hier bloeiden de mooiste bloemen.

De reis naar Lake City liep voorspoedig. Onderweg nog even geluncht bij de Mexicaan in Montrose.

Wat opviel was dat er nog enorm veel sneeuw in de bergen ligt, veel meer dan normaal.

Aangekomen in Lake City zijn we eerst naar de bank gereden waar Faye werkt om te melden dat we waren aangekomen. Vervolgens naar de Camping waar we verwelkomd werden door Floyd. We hebben cabin 1 en morgenvroeg om 6.45 staat de koffie klaar. Een heel klein probleempje: er loopt op het moment een beer rond, dus we moeten goed oppassen met eten laten slingeren en ook niets zichtbaar in de auto’s laten liggen.

Vanavond nam Faye ons mee uit eten naar de Restless Spirit, het eten was lekker en de sfeer prima!

We hebben gezellig zitten bijkletsen en ze heeft ons verteld wat we de komende dagen gaan doen.

Zaterdag 30 mei: Lake City

Vanochtend toen we opstonden vroor het nog, dus maar weer een geluk dat we een cabin hadden. De koffie stond al klaar dus we konden zo pakken.

Faye kwam tegen 9 uur en we gingen eerst ontbijten. Daarna hebben we wat caches gezocht met Conny. Er zijn 2 begraafplaatsen en op beide lag een cache. De andere caches die we zochten hebben we niet gevonden.

We zijn nog op een plek geweest waar vroeger de spoorbrug lag en we hebben geprobeerd om goud te vinden in de rivier, helaas geen goud!

Daarna hebben we geluncht en zijn we op bezoek geweest bij Bob en Linda, een echtpaar uit Texas, die hier de zomer woont. Het was zeer vermakelijk, vooral de droge humor van Bob is geweldig!

Toen was het alweer tijd voor het diner, die hadden we samen met een Zwitsers paar, Belinda en Rene. Zij wonen ook in Lake City.

En toen was het zomaar 10 uur. Dus snel nog even de weblog bijwerken. Helaas geen foto’s vandaag, ik heb ze wel gemaakt, maar helaas had ik mijn memorykaart in de laptop laten zitten dus toen ik terug wilde kijken was er niets!

Morgen naar Taylor Park, samen met Faye, die dit heeft geregeld. We zijn heel nieuwsgierig wat ons daar te wachten staat, in ieder geval een rondleiding.

Morgenavond geen verslag want er is daar waarschijnlijk geen internet.

Zondag 31 mei: naar Taylor Park

Vanochtend verlieten we Lake City alweer. We gingen samen met Faye een bezoek brengen aan Rory en Becky, vrienden van haar. Het echtpaar is beheerder van een landgoed van een schatrijke Texaan. Het landgoed ligt in Taylor Park, ongeveer anderhalf uur rijden van Lake City.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Onderweg kon Conny nog wat caches scoren en wij konden genieten van het landschap. (deze keer met het kaartje in de camera).

Toen we aankwamen bij Rory en Becky werden we verwelkomd door 2 labradors, Max en Meg.

Ze wonen in een prachtig houten huis met een enorm grasveld ervoor. We kregen een goede bourbon on the Rocks en een smakelijke lunch.

Daarna stapten we in de Yukon om een rondleiding te krijgen. Eerst naar het huis van de eigenaar, die aanstaande vrijdag aankomt met een van zijn 5 prive-vliegtuigen. Het huis moest nog klaargemaakt worden, maar heeft een prachtig uitzicht over de rivier, die trouwens ook prive-bezit is over een lengte van 3 mijl. Dit stuk wordt gebruikt om de gasten te laten vliegvissen en hier zitten de meeste regenboogforellen per m2 in de hele USA.

Vervolgens verder naar de Main House, hier is een grote keuken, ook weer met een prachtig deck en uitzicht op een grote vijver waar enorme forellen in zwemmen, niet om te vangen maar om naar te kijken.

Alle gasten komen hier samen om te eten, er is dan ook een kok aanwezig.

Hier is ook een kleine waterkrachtcentrale, zodat ze altijd stroom hebben. De centrale wordt tevens gebruikt als wijnopslag, ik heb nog nooit zoveel verschillende merken bij elkaar gezien.

Toen door naar het gastenhuis. Alles is prachtig ingericht, iedereen heeft een eigen badkamer. Alle gasten zijn van zeer goede komaf, zelfs president Carter is hier 2x geweest. Ze worden ingevlogen met eigen vliegtuigen en blijven hier van donderdag tot zondag. Er zijn kamermeisjes aanwezig om alles elke dag op te ruimen en schoon te maken.

Elke week zijn er dus gasten van donderdag tot zondag, en van maandag tot woensdag wordt de boel dan weer in gereedheid gebracht voor de volgende gasten. Ook alle boodschappen worden dan weer aangevuld. Ze roken hun eigen vlees en vis, de rest komt van buiten. Rory heeft een voedselbudget van 300.000 dollar voor 4 maanden.

Tijdens onze tour zagen we tot onze verbazing dat de deuren van de huizen niet eens op slot zaten… niet nodig werd gezegd.

Na deze tour reden we door, de Cottonwood pas op. Helemaal op de top, 12.141 feet hoog, hadden we een prachtig uitzicht, het was wel een beetje koud in je t-shirt. Er lag ook nog behoorlijk wat sneeuw.

Gelukkig had Rory wat warmte bij zich in de vorm van een beste beker Bourbon met ijs. Ondertussen liepen er mensen met dikke jassen met capuchons op een beetje raar naar die stomme toeristen in hun T-shirts te kijken, en wij maar lachen!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Toen we de pas weer af gingen zijn we nog in een gebied geweest waar Rory naar goud zoekt, niet veel, maar erg leuk om te doen. Hij weet precies waar hij moet zoeken. In sommige stukken is al gezocht en hij legde ons precies uit waar je naar moest kijken om er zeker van te zijn dat er goud zit.

Ook begeleid hij in de herfst jagers, zelf jaagt hij ook. Je moet hiervoor een permit aanvragen en er wordt geloot. Dit jaar heeft hij een beervergunning. Je mag dan 1 dier schieten in een bepaald gebied. Ga je hierbuiten, dan volgt er een enorme boete. Als je het dier schiet, dan moet je het direct merken en volledig meenemen. Het wordt dan verwerkt in een slachterij en het vlees is voor consumptie.

Tegen 6 uur waren we weer bij het huis, en er waren nog 2 gasten die kwamen eten. De BBQ werd opgestookt en we kregen biefstukken en gegrilde kip, champignons, groene asperges, aardappeltjes, salade, allemaal erg lekker. En natuurlijk weer een lekker beker bourbon erbij. Dit keer een koperen beker, want dan blijft het langer koud.

Na de BBQ werd er een kampvuur opgestookt en we verplaatsten ons naar die plek. Daar kregen we nog een toetje in de vorm van cheese cake. We zijn qua drinken toen maar overgestapt op water want op grote hoogte (2800m) worden wij sneller dronken en dat leek ons geen goed idee.

Een van de medewerkers kwam er gezellig bij met een gitaar en verhoogde hiermee de stemming nog meer.

Tegen 10 uur gingen we op bed. Wij sliepen in het huis van de beheerders, Conny en Faye in een bijgebouw, waar normaal de verzorgster van de eigenaren slaapt. Een meer dan geslaagde dag in een bijna ongelooflijke omgeving. Je kan je niet voorstellen hoe rijk je moet zijn om zoiets te bezitten. En dat wij dit allemaal mochten zien. Het ontvangst was zo hartelijk, en we hebben echt een geweldige dag gehad.

Maandag 1 juni: naar Vernal

Gisteravond onder het genot van de gitaarklanken in slaap gevallen en vanochtend weer fris en fruitig opgestaan. Toen we opstonden lag er heel gezellig een hond voor het bed op ons te wachten.

De koffie stond al klaar en Rory was bezig met het ontbijt: pittige roereieren, spek en gebakken aardappeltjes. Ook stond er toast op tafel met heerlijke jam.

We hebben buiten op het deck even staan koffiedrinken, het was maar 2 graden en toch voelde het helemaal niet koud. Dat komt waarschijnlijk door de hoogte waarop we zaten (2800 meter). Max, de oudste labrador, wilde spelen en bleef balletjes apporteren.

Na het ontbijt namen we afscheid van Rory en Becky en ook van Faye, want we wilden in 1 x doorrijden, we hadden een rit van 6 uur voor de boeg. We hadden nog geen mijl gereden toen Albert er achter kwam adat zijn pet en bril nog in de slaapkamer lagen, dus maar even terug en opgehaald.

De rit verliep voorspoedig, onderweg even getankt en een kop koffie gedronken en toen weer snel verder. We wilden lunchen in Fruita, maar Albert dacht dat er nog wel meer kwam, dus het resultaat was dat het enige tankstation wat toen nog kwam alleen maar Blueberry muffins had, dus daar moesten we het mee doen. Hij beloofde wel direct dat hij dan het eten zou koken dus we zijn maar akkoord gegaan.

We waren tegen 4 uur op de KOA, helaas geen tijd meer om nog iets te bezichtigen, maar wij zijn er al geweest en voor Conny blijft het dan op de to do lijst staan.

We hebben een mooi plekje, met stroom, en alles kan weer opgeladen worden. Onze convertor heeft weer de geest gegeven, dus die gaat retour als we weer thuis zijn.

We zijn verrast met nasi met satesaus, erg lekker.

Als tegenprestatie hebben Conny en ik de afwas gedaan.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Morgen gaan we naar Alpine, Wyoming, weer een lange rit, maar waarschijnlijk wel een hele mooie. We hebben niets wat we willen zien, dus we stoppen wel als we iets moois zien.

Dinsdag 2 juni: naar Alpine

Na een heerlijke nacht waren we vroeg wakker. Ontbijten en om 07.30 zaten we al in de auto.

Het was een mooie rit door een prachtig gebied. Conny scoorde nog een cache. De tweede was onbereikbaar want er stroomde een nogal wild riviertje en er was geen mogelijkheid om aan de andere kant te komen.

Onderweg zagen we erg veel pronghorns, prachtige black angussen (ook erg lekker trouwens), roofvogels en veel platte eekhoorntjes.

Eigenlijk hebben we weinig beleefd, dus het verhaal van vandaag is kort!

We staan aan de oostkant van Teton met het zicht op de bergen, in het plaatsje Alpine.

Het is niet echt koud, bewolkt en af en toe een bui en het waait een beetje.

Morgen naar Craters of the Moon, via Idaho Falls want Albert moet even naar de Walmart om zijn stoel te gaan ruilen, die is namelijk al weer kapot, net zoals voorgaande jaren.

Woensdag 3 juni: naar Craters of the Moon

Gisteravond had Conny nog even iets leuks: ze had de rits van haar vest dichtgedaan. In die zak zat haar telefoon. Met geen mogelijkheid was de rits nog open te krijgen dus de schaar is er aan te pas gekomen om de telefoon er weer uit te krijgen. Ze had hem nodig want er kwamen felicitaties binnen en die wilde ze graag lezen!

Vanochtend waren we weer vroeg, zoals gewoonlijk. Ook vandaag zaten we om 07.30 uur in de auto.

De reis ging eerst langs het Pallisades Reservoir. We zagen onderweg Osprey en Bald Eagles.

Toen ging het over in een landbouwgebied, graan en aardappels. Idaho is bekend om zijn aardappels.

In Idaho Falls hebben we Albert zijn stoel even omgewisseld, hij heeft weer een nieuwe. Ook hebben we de boodschappen gedaan.

Vervolgens op weg naar Craters of the Moon: is met een oppervlakte van 2900 km 2 het grootste basaltische lavaveld dat na de laatste ijstijd in de Verenigde Staten ontstaan is.

Ongeveer 2100 jaar geleden was de laatste uitbarsting. Volgens een indianenlegende ontstond deze door een boze slang die zich rond de berg krulde en hem samenkneep totdat er lava en vuur uitspoot. Uiteindelijk ontplofte de berg.

De eerste blanke pioniers meden Craters of the Moon omdat ze dachten dat de grond onbruikbaar was. De eerste verkenners van de lavavelden waren veedrijvers die keken of het land geschikt was voor hun dieren. De conclusie was dat het gebied onbruikbaar was voor het houden van vee en voor bewoning door mensen.

Volgens de paar blanken die het gebied in de negentiende eeuw bezochten zag het gebied eruit zoals de maan. In 1923 werd de naam Craters of the Moon voor het eerst vastgelegd op papier en in 1924 ontving het gebied de status van National Monument.

NASA trainde hier lange tijd astronauten omdat men dacht dat het maanlandschap er ongeveer zo uit zou zien. Dankzij het Apollo-programma bezochten Amerikaanse astronauten in 1969 voor het eerst de maan en stelden vast dat het oppervlak van de maan niet veel op dit deel van Idaho lijkt. Echte maankraters zijn bijna allemaal gevormd door meteorietinslagen, terwijl de kraters van Craters of the Moon zijn gevormd door vulkanische erupties.

Weinig regen, droge winden en extreme temperaturen: niet de meest ideale leefomstandigheden voor dieren en planten maar toch is de flora en fauna divers. Onder anderen alsem en andere goed zonder water kunnende struiken en grassen groeien op de plaatsen waar aarde tussen de lavabrokken te vinden is. Dankzij de diepe wortels vinden ze tijdens periodes van droogte toch water.

Een dier dat erg goed bestand is tegen de extreme weersomstandigheden is de pika (fluithaas), die wel wat weg heeft van een konijn. Pika’s hebben hun holen normaal gesproken in smalle, veilige spleten in rotsen hoog in de bergen. In Craters of the Moon gebruiken ze schaduwrijke scheuren in de lava om bescherming te zoeken tegen roofdieren en de zomerse hitte. Ook andere dieren verbergen zich overdag en komen ’s avonds tot leven. Bij zons op- en zonsondergang kun je coyotes, stekelvarkens, muildierherten en vele zangvogels zien. Dan zijn er nog eekhoorns, marmotten, hagedissen, slangen, haviken en arenden die ook overdag actief zijn.

Albert had geen zin in lopen, dus samen met Conny hebben we de loop door het park gedaan en zijn we in een Lava Tube geweest. Erg leuk om eens te zien. Gelukkig is het niet zo warm vandaag, dus was het erg goed te doen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

We staan hier ook op de campground, een leuk plekje tussen het lava. De chipmuncks zijn zo brutaal, dat toen iedereen even bij de tafel weg was, er direct een op tafel zat te kijken of er iets te halen viel.

Ook schoot er al een marmot weg, die heeft hier waarschijnlijk een hol.

Het park staat nog vol met wild flowers, wat het wel heel erg mooi maakt.

Morgen door Sawtooth heen, naar Cascade.

Donderdag 4 juni: door Sawtooth naar Cascade

Het was koud gisteravond, dus met dekentje in de slaapzak gelegen. Die hielpen goed, dus we hebben toch goed geslapen.

Na het ontbijt zaten we heel netjes om 07.15 in de auto. De rit ging door Sawtooth:

Sawtooth National Forest is een federaal bescherm gebied met een grootte van 854,052 ha. Het grootste deel ligt in Idaho. Het dankt zijn naam aan de Sawtooth Mountains. Je vindt hier steppe’s, bossen en toendra’s, meer dan 1100 meren en 5600 km rivieren.

Het gebied wat nu Sawtooth National Forest heet werd reeds bewoond vanaf 8000 VC. De eerste blanken vestigden zich hier vanaf 1820.

Sawtooth National Forest is het thuis van meer dan 243 vogelsoorten, 78 soorten zoogdieren, 28 soorten reptielen en 29 soorten vis. Samen met de mountain lions zijn de wolven de grootste roofdieren in dit gebied. Vroeger waren hier ook grizzley’s, maar die zijn uitgeroeid. Plannen om ze te re introduceren stuiten op weerstand.

De hoogte varieert van 1,376 m in Rock Creek tot 3,660 m op Hyndman Peak, de Sawtooth Mountains hebben tenminste 50 toppen hoger dan 3,000 m.

Er zijn meer dan 1100 meren, overblijfselen van al lang verdwenen gletsjers

Er ligt hier ook een aardbreuk: The Sawtooth breuk, 64 km lang en ontdekt in 2010. Men heeft berekend dat deze breuk een aardbeving kan veroorzaken met een zwaarte van 7.5 op de schaal van richter. De laatste aardbeving hier was 4,000 jaar geleden.

Sawtooth National Forest herbergt 4 van Idaho’s scenic Byways. Wij gaan er 2 rijden:

De Idaho State Highway 75 wordt de Sawtooth Scenic Byway genoemd. Hij is 186.2 km lang en loopt van Shoshone naar Stanley.

De Idaho State Highway 21, de Ponderosa Pine Scenic Byway met een lengte van 210.7 km, van Stanley naar Boise doen we tot aan Lowman.

Vanaf Lowman rijden we de Wildlife Scenic Byway, deze weg volgt de Payette rivier en is 53 km lang. Op dit stuk zou je het meeste wild tegen kunnen komen: Elk, muildieren, patrijzen, wilde kalkoenen, adelaars, visarenden, panters, beren en wolven.

Helaas weinig wild, wat eagles, pronghorns, marmotten, dode herten en kraanvogels.

Het uitzicht was spectaculair!

We hebben nog een klein ongelukje gehad, er lag een behoorlijke steen op de weg die we te laat zagen. Dus we reden eroverheen. Helaas raakte de steen de auto, dus maar even gestopt. Zo te zien heeft de steen de ophanging van het achterwiel geraakt en er is een beschermkap gesneuveld. De auto rijdt nog goed dus we gaan ervan uit dat alles goed is gegaan.

We hebben een mooie plek op Waters Edge in Cascade, de tenten staan, de boodschappen zijn gedaan.

Morgen via de Hells Canyon Byway naar Enterprise, Oregon.

Vrijdag 5 juni: via de Hells Canyon Scenic Byway naar Enterprise

En ook vanochtend ging onze ingebouwde wekker erg vroeg af.

Gisteren konden we geen “normaal” brood vinden, maar gelukkig hebben we altijd een brood bij ons die altijd vers blijft en zeer geschikt is om tosti’s mee te maken of om te roosteren. Dat was dus ons ontbijt.

Tegen 07.10 zaten we in de auto en reden richting ons doel: de Hells Canyon: duizelingwekkende diepten, kolkende stroomversnellingen, prachtige rotsformaties en fantastische uitzichten. De kloof is 16 kilometer breed en meer dan 2.400 meter diep en is officieel de diepste kloof van het land.

Miljoenen jaren geleden botste een oceaanplaat met daarop uitgedoofde vulkanen met de plaat waarop het Noord-Amerikaanse continent ligt. Dit had veel vulkanische activiteit tot gevolg en het landschap werd bedolven onder dikke lagen lava. Later veranderde de streek hierdoor in een hoog plateau, waarin de Snake-rivier vanaf zo’n zes miljoen jaar geleden langzaamaan de kloof uit begon te slijten die nu Hells Canyon heet.

Vroeger woonden in Hells Canyon verschillende indianenstammen, waaronder de Nez Perce, Shoshone en noordelijke Paiute. Je vindt hiervan nog oude rotstekeningen en huizen. De milde winters en het rijke planten- en dierenleven zorgden voor goede levensomstandigheden. In 1806 bezochten drie leden van de expeditie van Lewis en Clark het gebied van Hells Canyon, maar ze keerden terug voor ze de diepe delen van de kloof hadden bereikt. In 1811 verkende de expeditie van Wilson Price de Hunt Hells Canyon, toen ze een kortere route zochten naar de Columbia-rivier. Ze keerden terug wegens honger en kou.

Na de verkenners volgden de mijnwerkers. In de jaren zestig was er goud ontdekt in de rivieren nabij het huidige recreatiegebied, en al snel werd ook Hells Canyon overspoeld door goudzoekers. Mijnbouw bleek echter niet rendabel te zijn. Langs de oevers van de Snake-rivier zijn nog restanten uit deze periode.

In de winter van 1877 vluchtte een groep Nez Perce-indianen onder leiding van Chief Joseph de Wallowa Valley uit. Er waren al een tijd conflicten met de nieuwkomers in de vallei en Joseph besloot naar Canada te trekken, samen met 250 mannen, vrouwen en kinderen. Nog geen veertig kilometer op weg, werden ze gevangengenomen en naar reservaten overgebracht. Toch blijft de vallei voor hen van belang.

We wilden de Hells Canyon verkennen via de Hells Canyon Scenic Byway. De Byway loopt door de noordoostelijke hoek van Oregon, langs de 2.400 meter diepe kloof en om de 3.000 meter hoge pieken van de Wallowa Mountains. De route is 335 km lang voor een deel dirt-road.

De reis was erg mooi, alleen toen we aankwamen bij de dirt gedeelte (62 mijl lang) bleek de weg gesloten te zijn wegens herstelwerkzaamheden. We moesten dus omrijden, en gaan morgen proberen om een stukje vanaf de andere kant te doen.

Oregon is erg mooi merken we. We kwamen vandaag door prachtige valleien, waar akkerbouw is, overal stromen riviertjes, de een wat wilder dan de ander. Ook veel roofvogels in de lucht, vaak worden ze achtervolgd door kleine vogeltjes die op ze in pikken. Waarschijnlijk om de jongen te beschermen, want roofvolgels zijn dol op jonge vogeltjes.

We staan nu in Enterprise, op het Log House RV Park. Een mooie plek, met het zicht op de besneeuwde toppen van de Wallowa Mountains.

De was, die was blijven liggen is nu netjes gedaan, alles is weer schoon.

Ik heb met Conny boodschappen gedaan (en caches gezocht) en Albert heeft weer lekker voor ons gekookt.

Morgen blijven we hier, even een rustig dagje. Het weer is trouwens prima, een graad of 28. Sinds we op reis zijn zien we elke dag wel dikke regenwolken, maar gelukkig drijven die allemaal over. Het is wel wat kouder dan normaal, maar voor ons een stuk prettiger dan 40 +. De voorspellingen zijn eigenlijk ook prima dus we hebben geluk met onze route.

Zaterdag 6 juni: Enterprise

Gisteravond hebben we nog even sterren gekeken, helaas was het te licht om foto’s te maken.

Vanochtend hebben we bij gebrek aan vers brood ons noodbrood maar geroosterd, dus tosti’s en geroosterd brood.

Omdat Conny wat moe was van al het rijden zijn we met 1 auto gegaan. Mijn tassen in Conny’s auto en toen was er plek genoeg voor 3.

Allereerst wilden we graag naar de Hells Canyon overlook, alles bleek “paved “ te zijn, alleen wat smal op sommige stukjes.

Onderweg werden we vergezeld door een beekje langs de weg, soms heel wild en soms heel rustig. We reden door een prachtig dennenbos naar boven. Ook hier bloeiden de wildflowers weer dat het een lust was!

De overlook was mooi, dit is de diepste canyon in Noord-Ameika. Conny vond op de top ook nog een cache.

Toen terug naar Joseph, een leuk dorpje met eettentjes en winkeltjes. Overal zie je bronzen beelden.

Het dorp dankt zijn naam aan de jonge Chief Joseph, een opperhoofd van de Nez Perce stam, die zich niet wilde overgeven aan de blanken en zijn stam door een groot deel van Amerika heeft geleid, om toch op het eind te verliezen. We zijn al eerder op plekken geweest waar deze stam doorheen is getrokken, onder anderen de Canyon aan de Chief Joseph Byway in de buurt van Cody, Wyoming.

De Nez Perce komen uit de Wallowa Vallei, waar Joseph ook in ligt. De oude Chief Joseph is hier ook begraven en we hebben zijn graf bezocht en uitgekeken over de nog steeds heilige grond. Een prachtig plekje!

Vervolgens zijn we nog een stuk langs Lake Wallowa gereden. een mooi gletsjermeer met de bergen op de achtergrond.

Toen waren we wel uitgekeken en hebben lekker op de camping in onze luie stoeltjes gehangen, even niets doen.

Albert mocht weer koken (bbq-en), en het smaakte weer prima!

Morgen gaan we naar de staat Washington, naar White Salmon. Daar blijft Conny 1 nacht en trekt dan door naar Seattle, en wij blijven 2 nachten.

Zondag 7 juni: naar White Salmon

Vanochtend was ik erg vroeg wakker, de rest sliep nog. Dus de computer maar even aan en op facebook genoten van alle felicitaties, iedereen bedankt hiervoor. Zo ben ik toch echt jarig! De hele dag is het nog doorgegaan, zowel op facebook als per sms en appjes, hartstikke leuk!

Toen iedereen wakker was gezellig ontbeten en gelachen om een stel motorrijders die naar Alaska wilden rijden. Ze klaagden nu al over de kou en een kon zijn bagage niet goed op de motor krijgen. Jammer dat ze geen weblog bijhouden, die zou erg vermakelijk zijn.

Tegen 8 uur zaten we in de auto’s, op weg naar White Salmon, Washington.

We zijn gestopt op de meeste rest area’s zodat Conny wat caches kon vinden, de meeste keren lukt het.

Het eerste stuk weg ging door velden vol met mooie schuren, akkerbouw en af en toe wat heerlijke Black Anguskoeien.

Toen kwam er een “boring”stuk. Allemaal graanvelden en een wat droog gebied.

Daarna werd het weer mooier: langs de rivier de Columbia met op de achtergrond Mount Hood.

Ook de temperatuur liep lekker op, het heetste wat we zagen wat 98 Fahrenheit, 38 graden Celcius.

Tegen 4 uur kwamen we aan op de plaats van bestemming, we hebben een mooi schaduwrijk plekje op de Bridge RV Resort.

Met Conny heb ik boodschappen gedaan, Albert heeft weer lekkere nasi gekookt

en we hebben zicht op een Bald Eagles nest met voor zover te zien 1 jong die nog gevoerd wordt. het is wat lastig te zien, het jong zit rechts van de ouder.

Oregon blijkt een erg mooie staat te zijn met heel veel mooie vergezichten, oude dorpjes, aardige mensen en we hebben nog nooit zoveel Bald Eagles gezien!

Morgen gaat Conny door naar Seattle, wij blijven hier, we gaan watervallen kijken.

Maandag 8 juni: White Salmon

Ondanks dat we aan een kant een doorgaande weg en aan de andere kant een treinspoor hebben, had iedereen prima geslapen. Treinen zijn hier erg lang, gemiddeld 110 wagons, 3 locs aan de voorkant en 2 of 3 erachter, het duurt dus altijd wel even voordat ze voorbij zijn.

Nadat Conny al haar spulletjes had uitgezocht, en sommige dingen bij ons in de auto legde, gingen we op pad.

Het eerste doel was Larch Mountain, je kan hier als het helder is, 5 vulkanen zien: Mount st. Helens, Mount Reinier, Mount Hood, Mount Adams en Mount Jefferson. Conny reed dit stuk nog met ons mee, want het was de goede kant op voor haar.

Op de het Sherrard Viewpoint aangekomen konden we ze allemaal in volle glorie zien, de lucht was niet helemaal helder, maar als je nagaat dat Mount Reinier 97 mijl (155 km) verderop ligt, dan kan je nog een behoorlijk eindje kijken. We hebben een paar jaar geleden eens bij Mount St. Helens gestaan, en toen zagen we helemaal niets, en dat was maar 100 meter! We hebben dus geluk dat we ze allemaal konden zien. Van links naar rechts: Mount St Helens, Mount Reinier en Mount Adams

Deze slideshow vereist JavaScript.

Terwijl we terugliepen hielp Albert Conny nog even met een cache pakken en toen namen we afscheid.

Conny bleef achter om nog wat caches te zoeken en wij gingen verder, watervallen bekijken.

Eerst zijn we gestopt bij de Crown Point Overlook, die een prachtig uitzicht biedt over de Columbia River.

De eerste waterval waar we stopten was de Latourell Falls, een smalle, 67m hoge en kaarsrechte waterval, de klif waarvan het water naar beneden valt is begroeid met mos.

De tweede waterval zou de Multnomah Falls zijn. Echter, iedereen hier in de buurt had waarschijnlijk bedacht dat het erg mooi weer was, en we konden dus geen parkeerplek bemachtigen.

Niet getreurd, op naar waterval nummer 3: de Horsetail Falls. Hij dankt zijn naam aan zijn vorm, die op een staart van een paard lijkt.

En toen waterval nummer 4: de Wahclella Falls. Hiervoor moest een stuk gelopen worden, over een smal, behoorlijk stijgend bospadje. Het was nogal warm, en we kwamen helemaal bezweet terug, maar het was de moeite van het wandelen waard! Er waren niet veel bezoekers, kon ook niet want er is maar een kleine parkeerplaats. We hadden geluk dat we deze waterval wel konden bezoeken.

Toen was het een uur of half 4, dus maar terug naar de camping. Eerst nog boodschapjes gedaan bij de Safeway in Hood River, en toen via de mooie Tolbrug weer naar de camping.

Albert heeft de bbq weer opgestookt en we hadden een heerlijk toetje.

Net na het eten waren onze Bald Eagles even in paniek, er vlogen 6 Turkey Voltures over en papa of mama heeft ze even heel netjes weggejaagd.

Morgen weer aan de rit, via de John Day Fossil Beds, unit Painted Hills naar een volgende camping, ergens bij Redmond. Niets gereserveerd, we zien wel waar we belanden.

Dinsdag 9 juni: naar Redmond

In tegenstelling tot gisternacht, waarin we bijna geen treinen hoorden, was dat de afgelopen nacht even wat anders. De ene na de andere trein kwam langs en niet elke loc was even stil. Maar ondanks dat waren we wel uitgerust en zaten we tegen 8 uur in de auto.

Op naar Redmond via de Painted Hills: Het John Day Fossil Beds National Monument bestaat uit drie aparte gebieden, die ver bij elkaar vandaan liggen. Ze liggen alle drie in het John Day River Basin in Oregon. Het park staat bekend om fossiele vondsten van zowel planten als dieren en om de kleurrijke badlands. De vondsten betreffen een ruime periode, van 44 miljoen tot 7 miljoen jaar geleden.

We doen maar 1 deel: de Painted Hills Unit, de bekendste van de 3. Het is genoemd naar de kleurrijke heuvels gevormd door miljoenen jaren van veranderend landschap.

Onderweg werd het steeds donkerder en je kon een enorme onweersbui zien hangen, ook flitste het af en toe. We reden gewoon door en hoopten dat de bui over was tegen de tijd dat wij bij de Painted Hills waren. De temperatuur zakte van 83 F naar 55 F en het regende af en toe.

Aangekomen bij de Painted Hills was de temperatuur weer wat beter geworden. We deden de Painted Hills Overlook Trail

en de Painted Cove Trail,

beide gaven een prima indruk van het park. Af en toe een drupje regen maar verder viel het wel mee.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Het eerste deel van de reis was “boring”, het tweede deel was echter wel erg mooi. Allemaal vulkanen op de achtergrond.

Toen op naar de camping, we staan in Redmond, dichtbij het vliegveld. Een op zich mooie camping, alleen staan hier dus vaste bewoners op tentplekken en daar zitten we nu tussenin. Tis even wennen, maar het is maar voor 1 nacht!

Koken hebben we maar overgeslagen, we hebben onszelf getrakteerd op een “Panda-expresje”.

Ook de boodschappen zijn inmiddels gedaan, dus we kunnen morgen zo weer verder.

Morgen gaan we via Crater Lake naar een camping aan de Umpqua Scenic Byway.

Woensdag 10 juni: naar Dry Creek

Gisteravond nog even kennis gemaakt met de andere kant van Amerika. De tenten om ons heen waren van vaste bewoners van de camping. Mensen, die wel werk hebben maar nog niet genoeg historie hebben opgebouwd om een huis/appartement te kunnen huren. Deze mensen woonden al maanden in een tent. Ze hadden alles al gehad: sneeuw, hagel, regen, wind en hitte….Dit zijn dingen die je toch wel vaak tegenkomt als je op een camping staat, als je in een hotel zit merk je daar niets van.

Wij hebben prima geslapen, het koelde vrij goed af naar een prettige temperatuur om in te slapen.

Helaas hadden we geen internet, dat moest er wel zijn, wij hebben het niet gevonden. Dus hadden we bedacht om maar te gaan ontbijten bij de Mc Donalds, en dan gelijk het verslag online te zetten.

Ook moesten we nog wat boodschappen halen omdat op de plek van bestemming van vandaag geen winkel in de buurt is.

Tegen 8 uur waren we klaar en konden vertrekken.

De reis van vandaag voerde ons naar Crater Lake National Park, het ligt in een een vulkanisch basin (caldera), dat ongeveer 7.700 jaar geleden ontstond toen Mount Mazama instortte door een vulkanische uitbarsting. De lavastromen sloten de bodem van de caldera af en er volgde een periode van afkoeling. Regen en sneeuw vulden de caldera met diepblauw water. De diameter van het meer is 8 kilometer en hij wordt omringd door steile rotswanden van 600 meter hoog. De gemiddelde diepte is 457 meter diep. Er zijn geen beken of rivieren die in het meer uitkomen, wel sneeuwt het erg veel in dit gebied, zo’n 1.3 meter per jaar. Het water dat uit het meer verdampt wordt voornamelijk door sneeuw aangevuld, daardoor is Crater Lake een van de meest heldere meren ter wereld, met een prachtige en opvallend diepblauwe kleur.

Helaas was de Oost Rim Drive nog dicht, dus we konden niet een rondje doen. Maar we hebben we een paar prachtige foto’s van dit ongewoonlijk blauwe meer kunnen maken.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Al een paar dagen zien we vulkanen en vroegen ons af of deze iets te maken hadden met de st Andreasbreuk die in Californie loopt. Het antwoord vond ik vandaag in de folder van Crater Lake. Deze keten van vulkanen heet de Cascade Range Volcanoes. Ze zijn veroorzaakt door 2 aardplaten die hier op elkaar botsen en de keten loopt van Californie tot in British Columbia, Canada. In de laatste 100 jaar waren er 2 uitbarstingen: Lassen Peak en Mount St Helens.

Na ons bezoek aan Crater Lake hebben we een broodje gegeten aan de oevers van Diamond Lake

en toen door naar de eindbestemming van vandaag: Umpqua’s Last resort aan de Umpqua Scenic Byway:

De Rogue-Umpqua Scenic Byway is in de volksmond gekend als de “highway van de watervallen” , de weg ligt aan de North Umpqua, een ongekend mooie rivier, wereldwijd bekend om de aanwezigheid van Steelhead (richting de oceaan zwemmende regenboogforel). Vliegvissers van over de hele wereld komen hier vliegvissen.

Een camping midden in de bossen, lekker rustig. Onze plek is zeker wel 200 m2 groot. We hebben nog maar even gevraagd of hier ook beren lopen, maar ze zeiden dat die in deze tijd van het jaar in de bergen blijven en niet naar beneden komen. We kunnen dus rustig slapen.

Morgen blijven we hier, waarschijnlijk wat watervallen bekijken.

Donderdag 11 juni: Dry Creek

Gisteravond zagen we de door de balie van de campground beloofde wild turkey’s, toen de zon wegwas liepen ze zomaar rond hier. Ze zijn behoorlijk groot en blijkbaar wel mensen gewend want ze waren totaal niet schrikkerig..

Het was een vrij koud nachtje, het koelt hier behoorlijk af. Gelukkig had ik mijn dekentje al mee, dus geen last gehad van de kou en prima geslapen. We zitten erg afgelegen dus er rijdt hier praktisch geen verkeer langs. De dichtstbijzijnde stad is Roseburg, 80 km verderop.

Vanochtend na het ontbijt was het watervallen tijd, we zitten niet voor niets aan de Highway van de watervallen. We hadden er 2 uitgezocht die voor de auto niet te lastig zijn, weinig of geen dirtroad want we missen een beschermingsplaat aan de onderkant van de auto…

Opa en oma deden dus de brace’s om de knietjes, en gewapend met wandelstokken (Albert heeft gisteren even een voor zichzelf van een boom gesneden) gingen we op pad.

De eerste waterval was Watson Falls: een smalle, maar erg hoge waterval, bijna 90 meter hoog. De waterval zelf is niet heel spectaculair, maar het pas erheen is fantastisch! Overal stroomt het water over en langs rotspartijtjes en dit geeft erg mooie plaatjes. Helaas liet ik mijn mini statiefje in de auto liggen want ik had niet verwacht deze nodig te hebben. Maar met veel moeite en met de hulp van rotsen en bomen heb ik toch wat leuke foto’s kunnen schieten. We waren gelukkig vrij vroeg en zijn op de heenweg geen mensen tegengekomen, heerlijk!

De tweede waterval was Toketee Falls: deze bestaat uit 2 delen. Op het eerste gedeelte valt het water 8,5 meter naar beneden in een alcove. Van daaruit gaat het nog 26 meter verder naar beneden een grote waterpoel in. Helaas kan je niet naar de voet van de waterval, het uitkijkpunt ligt vrij hoog, het is een soort platform die om een boom is vastgemaakt.

Op de parkeerplaats zagen we een hele grote houten pijp, hier wordt water doorgeleid en zo wekt men stroom op.

De wandeling naar de Toketee Falls was iets minder spannend als de vorige, wel erg veel trapjes. De beloning op het eindpunt was wel erg mooi.

Toen was de ochtend zomaar om, de tijd vliegt hier gewoon.

We moesten eigenlijk nog eten halen voor vandaag. Het noodbrood was vanochtend al voor een groot deel opgegaan, dus we zijn maar richting Roseburg gereden om te zien of we onderweg een winkel vonden. De eerste normale winkel was dus in Roseburg. Geen straf, de omgeving is erg mooi. We konden niet direct een winkel vinden, maar gelukkig bedacht ik dat we navigatie hadden, dus die maar even aan en toen vonden we een Fred Meyer, voor ons de eerste keer in deze winkel, maar zeker niet de laatste! Een mooi aanbod van producten. Brood, biefstuk, Black Angus gehakt, potatosalad en een toetje rijker verlieten we de winkel.

Op de terugweg reden we langs de DQ, mmmm, een ijsje dus! Tripple chocola brownie met ijs voor mij en Albert een Strawberry Sunday.

Toen maar weer de Umpqua Scenic Byway op. Nog even gestopt bij de Deadline Falls, een brede maar erg lage waterval. Hier zou je tussen mei en oktober de Steelhead Forellen en Zalmen die terugzwemmen vanuit de zee naar hun geboortegronden kunnen zien springen om over de waterval heen te komen. Het was erg warm, we zagen wel vis in het water maar ze zaten in een stukje zonder stroming. Misschien springen ze alleen als er minder zon is ofzo…Als we er morgen om denken stoppen we nog even weer om dan te kijken.

Tegen half 5 waren we terug op de campground. Een dagje watervallen en boodschappen zorgde ervoor dat we toch zeker wel 300 km hebben gereden.

Onderweg bedachten we dat dit werkelijk de eerste dag van onze vakantie is dat we geen sneeuw hebben gezien. Ook hebben we erg veel geluk met het weer, we hebben nog geen echte regendagen gehad terwijl er in andere gebieden, waar we al wel geweest zijn, flashfloodwarnings zijn.

Morgen gaan we de bossen verruilen voor de oceaan, we gaan naar Bullards State Park, net boven Bandon.

Vrijdag 12 juni: naar Bandon

Gisteravond, toen Albert water voor de koffie wilde tappen, riep hij opeens: Kom, slang…ik dacht geintje dus reageerde niet. Maar toen riep hij weer, dus toch maar even kijken. Er kronkelde een Gardener Snake door het gras weg. Even later bedacht ik dat ik daar gewoon op mijn slippertjes rondliep omdat er toch geen rare beestjes kruipen…..

De nacht was lekker koel, iets warmer als de nacht ervoor, geen dekentje nodig.

Tegen 8 uur hadden we de boel weer in de auto en we reden weer richting Roseburg. Gisteren had ik een Bald Eagle nest gezien in een boomtop, die wilde ik nu nog even op de foto zetten. Helaas niet gevonden. Wel stopten we nog even bij de brede waterval waar de vissen tegenop moeten springen. Ik heb geen vis gezien, Albert een. Er waren wel opvallend veel roofvogels die de rivier afspeurden.

Onderweg koffie gedronken en door gekacheld naar de bestemming. Onderweg zagen we veel bosbouw, en we kwamen nog een oude covered bridge tegen.

Aangekomen in Bandon wilde ik graag nog een keer naar Face Rock.

De vorige keer waren er prachtige tide-pools. Ik had de getijdenkaart al bekeken, laagtij was tegen 14.00 uur. Helaas geen extra laag tij, dan zijn de pools op het mooist en niet moeilijk te vinden.

Maar ook nu wisten we waar we moesten zoeken, het water stond een stuk hoger dan de vorige keer. We hebben wat anemonen gezien, krabben, en zeesterren. Ondertussen stond er een stevige wind, we zijn dus gelijk gezandstraald!

Toen op naar Bullards Beach State Park, we hebben hier een Yurt gehuurd. Een soort grote ronde tent met een bed erin. Maar goed ook, want Albert had de tent niet op willen zetten in deze wind.

We hebben even lekker in het zonnetje gezeten voor ons verblijf en zijn naar het Coquille Lighthouse gereden om deze te bekijken. Ook hier waaide het enorm, je bleef nog net staan.

Omdat ik nog steeds even een stukje moet rijden, ben ik maar terug gereden, ik ben niet zo dol op automaten. Maar het moest wel even want in Las Vegas wil ik even naar de kapper terwijl Albert een tattoo krijgt.

Verder weinig gedaan, het waait te hard om voor je plezier naar het strand te gaan. Maar de lucht is wel helemaal blauw!

Morgen zakken we af naar het westen, via de Oregon Coast naar Myers Flat, waar we grote bomen gaan bekijken.

Zaterdag 13 juni: naar Myers Flat

Het was koud gisteravond en het waaide vreselijk!

We zijn dus lekker in de yurt gaan zitten, kacheltje aan en een boekje erbij, gezellig!

Lekker geslapen en vroeg weer op. Het ontbijt was een taai broodje. Af en toe vind je hier gewoon geen lekker brood. Ik loop overal in de knijpen om te voelen of iets vers is, maar soms heb je een misser, dit was dus een misser!

De rit van vandaag ging langs de kust van zuid Oregon en noord Californie. Hier en daar even gestopt om de oceaan en de stranden te zien.

We hebben nog maar even in Oregon getankt, in Californie is de benzine een stuk duurder. In Oregon was het 3.14, in Californie 3.65. Het goedkoopste tot nu was 2.70.

En aangezien er op de plaats van bestemming geen supermarkt is, hebben we ons dagelijkse eten gehaald in Eureka. Vandaag wordt het varkenshaas, hamburgers, luxe sla van de chef en brood met smeerkaas. Natuurlijk ontbreekt het toetje ook niet: Tillamook yoghurt.

Vlak voor ons einddoel ligt de Avenue of the Giants:

De Coast Redwood is de hoogste en snelst groeiende boom ter wereld. Ze komen maar op een plek ter wereld voor: de kust van Noord Californië. Hier zijn omstandigheden precies goed door de combinatie van geografische lengte, klimaat en hoogte. Het gebied is maar beperkt tot enkele honderd mijlen. Gematigde temperaturen, het gehele jaar voldoende aanvoer van water, de koele, vochtige lucht van de Stille Oceaan die de bomen continu vochtig houdt, zelfs tijdens droge zomers.

Een van de belangrijkste concentraties van deze bomen ligt in het Humboldt Redwoods State Park. De Avenue of the Giants doorkruist het State Park van noord naar zuid over een afstand van 32 mijl. Onderweg rijd je door diverse prachtige bossen met immens grote Coast Redwoods. Op sommige plaatsen staan de bomen zo dicht bij elkaar, dat het zonlicht maar slecht kan doordringen.

De rit was mooi, maar we zijn ooit eens door het Jedediah State Park gereden, en persoonlijk vond ik het daar mooier. Dezelfde bomen, een postkoetspad…net even spannender dan hier. Maar ze blijven indrukwekkend!

Vlak voor de camping zit een “Drive thru the tree”, je kan hier met je auto door een boom rijden. Dit leek ons wel leuk, dus hup het parkje in. Het waren meest kleine auto’s die dit deden. Ik was al uitgestapt en stond aan de andere kant van de boom om Albert op de foto te zetten. De maat was 7×7 dus waarschijnlijk 2.10 bij 2.10, en wij hebben geen idee hoe breed de auto is. Toen Albert aan de beurt was, zag hij dat het misschien niet zou lukken, het gat was wel erg klein voor onze auto. Omdat hij geen zin had om aan Alamo uit te leggen waarom er geen spiegels meer op de auto zaten heeft hij het maar laten overgaan. We zagen wel een paar SUV’s het wagen, maar die waren net even iets kleiner en dat ging maar net. Ik heb nog wel even in een boom gestaan, ook grappig!

Inmiddels zijn we op de camping: Giant Redwoods RV Park. Weer een mooi plekje, met schaduw, stroom en internet, wat wil je nog meer. We staan wel aan de rivier dus de Deet zal wel weer uit de auto komen straks….

Morgen naar Shingletown.

Zondag 14 juni: naar Shingletown

Gisteravond was het waarschijnlijk de laatste koude avond van deze vakantie. Buiten zitten wilde maar net: een fleecetrui en een vest en dan een dekentje om de benen. Ik had nog een fles blauwe Moonshine en die smaakte eigenlijk wel goed met Mist.  We zijn maar vroeg in bed gegaan.

Vanochtend de boel weer ingepakt en de zigeuners konden weer verder trekken.

Onderweg kwam ik erachter dat Albert zijn stoel op koelen stond en de mijne op verwarmen. Hij had al eerder verteld dat de stoel zo lekker koel was, ik voelde niets en dat klopte dus ook. Mijn stoel staat inmiddels ook op koelen en dat is wel prettig als het warm is buiten.

De route: je moet door de bergen, en Albert voelt zich alsof hij de 24 uur van Le Mans heeft gereden: een en al bochten. Op zich gingen we niet erg hoog, ongeveer 1250 meter. Eerst kwam een stuk waar nog Coast Redwoods stonden, later werd het erg dor. Dit jaar is in Californie 95% te weinig sneeuw gevallen, ze krijgen dus een erg droge zomer. Overal staan ook borden met de vraag om buiten niet meer te sproeien ivm watertekort  (nu al).

Onderweg hebben we boodschappen gehaald en een broodje gegeten.

Tegen 2 uur waren we op de campground: de KOA Mt. Lassen, een mooie camping met een grote schaduwrijke plek. Ook hier is het internet een drama, ik probeer al dagen om foto’s te uploaden en het lukt niet echt goed. Vandaag dus geen foto’s, heb er trouwens ook maar een paar gemaakt.

Verder rusten we een beetje uit en draaien even een was.

Morgen gaan we weer verder naar Lake Almanor via Lassen Volcanic NP.

Maandag 15 juni: naar Lake Almanor

En toen brak week 4 alweer aan. De laatste week…..

Heerlijk geslapen op de KOA Mt Lassen en nog lekkerder ontbeten. We hebben eindelijk eens lekker brood gevonden, helaas in een supermarkt die niet bij een keten hoort, dus waarschijnlijk lukt dat niet nog een keer.

Een korte rit vandaag, we gaan naar Lassen Volcanic NP:

Een van de grootste kegelvormige vulkanen ter wereld is Lassen Peak, gelegen aan het zuidelijke einde van de Cascade Range, een bergketen van 1130 km lang (van Noord Californië tot in Canada). De vulkaan is 3.187 meter hoog en rijst 600 meter boven het landschap uit. Lassen Peak is een actieve vulkaan, vanaf mei 1914 tot 1921 waren hier regelmatig uitbarstingen. De heftigste eruptie was in 1915, toen blies het een gigantische wolk van rook, stoom en as meer dan 10 kilometer de atmosfeer in. In de honderd jaren daarna heeft het gebied rondom de vulkaan zich ver hersteld, maar toch zijn er nog veel bewijzen van de destructieve krachten van destijds zichtbaar.

In het park liggen nog meer vulkanen, en ook warme bronnen en vulkanische putten waaruit zwaveldamp opstijgt. Verder telt het park veel kristalheldere meren, beken, watervallen en bergweiden. Er zijn meer dan 700 plantensoorten, 58 soorten zoogdieren en bijna 200 verschillende vogelsoorten.

Op weg naar het park liep er nog even een Deer met jong over de weg. Gelukkig zag ik wat bewegen, dus Albert in de ankers. Het jong liep heel parmantig voor de auto langs, terwijl moeder aan de andere kant de bosjes in dook. Pfffff…

Ondanks dat Albert behoorlijk last heeft van zijn knieen, deden we toch 1 trail: de Bumpass Hell Trail, deze loopt door de regio waar vroeger Mount Tehama heeft gestaan. Via een licht stijgend rotsachtig pad liepen we omhoog. We hadden een weids uitzicht over de omgeving, beneden zagen we hoe een riviertje door de Little Hot Springs Area stroomt. Toen we het hoogste punt van de trail bereikten, zagen we zo’n 75 meter lager het einddoel van de wandeling: Bumpass Hell. Het stukje omlaag was behoorlijk steil en je rook de rotte eieren geur erg goed.

Bumpass Hell is een groot basin, waarin verschillende stomende poelen liggen. Door de zwavel en andere delfstoffen heeft de grond allerlei schakeringen van oranje, bruin, geel en groen. In het basin zelf liggen houten wandelpaden, waardoor je tot dicht bij de heetwaterpoelen kunt komen. De grootste heeft een doorsnede van 10 meter. Je ziet ook de modderpoelen; in sommige van deze poelen is de modder erg dun, waardoor die heftig bruist, in andere poelen is de modder veel steviger, je hoort en ziet hier alleen zo nu en dan een blob. Op een van de borden stond dat de stoom ongeveer 160 graden celcius bedraagt. Ook mag je niet van de boardwalk afstappen, op sommige plekken is de aarde erg dun en ligt er een kokend hete pool onder waar je in zou kunnen vallen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Toen terug: het eerste stukje was behoorlijk pittig, maar als je eenmaal weer boven was, dan was de rest van de wandeling een makkie.

Op de parkeerplaats hebben we nog even staan kletsen met een paar Duitsers, die de wandeling nog wilden gaan doen.

De rest van de rit was mooi. Prachtige meren, mooie vulkanen met sneeuw op de toppen, veel bos.

We zijn nog even gestopt bij de Sulphur Works, een van de voornaamste geothermische gebieden in het park en de enige die dicht bij de weg ligt. Aan de ene zijde ontsnapt stoom luidruchtig uit een gat in de grond, en aan de andere zijde zie je verschillende heetwaterpoelen, bubbelende grijze modderputten, en kleine sissende fonteinen. Maar als je net in de Bumpass Hell bent geweest maakt dit weinig indruk.

Ook hebben we het visitor centrum nog even bezocht. Hier hing een kaart van de rij vulkanen die we op deze reis allemaal hebben gezien, behalve de bovenste 2.

En…ik ben weer een t-shirt rijker!

Toen op naar de camping: de North Shore Campground aan Lake Almanor. We hebben hier al eens eerder gestaan en hier beleefde Albert toen zijn eerste echte aardbeving. Er was nog een plekje vrij dus we staan heel mooi aan het water.

Normaal zijn we blij met 1 Bald Eagle, in deze vakantie is er bijna nog geen dag voorbij gegaan dat we ze niet zagen! Ook hier zweefde weer zo’n prachtbeest door de lucht. Ook Osprey en natuurlijk de gieren ontbreken niet. In het meer zitten pelikanen en mooie ganzen met veel jongen. Op de camping zelf allemaal vogels en spelende chipmuncks. We vermaken ons dus prima!

En…ik heb voor de eerste keer deze vakantie gekookt, Albert heeft dus de afwas gedaan.

Morgen gaan we weer een stukje zuidelijker: we slapen dan in Lake Tahoe.

Dinsdag 16 juni: naar South Lake Tahoe

Gisteravond genoten va de sterrenhemel en heerlijk geslapen.

De route die hierboven staat hebben we niet helemaal gevolgd, Albert had geen zin in bochten en toen hij al die bergen zag waar we door moesten besloot hij om maar over Reno te rijden. Iets meer kilometers, maar de benzine is hier een stuk goedkoper dan thuis.

Het doel is Lake Tahoe: een groot zoetwatermeer in de Amerikaanse Sierra Nevada, op de grens tussen Californië en Nevada, nabij Carson City. Lake Tahoe is het grootste alpiene meer in Noord-Amerika. Met 501 meter diepte is het tevens het op één na diepste meer van de Verenigde Staten, na Crater Lake in Oregon (594 meter diep). Bovendien is Tahoe qua volume het zesentwintigste meer in de wereld.

Lake Tahoe is een belangrijke toeristische trekpleister in zowel Californië als Nevada. Het meer, langs alle kanten omringd door berglandschap, staat bekend om zijn helderheid en het indrukwekkende panorama op de omliggende bergen.

Wel kwamen we ergens bij Noord Lake Tahoe uit en we hebben de west kant gereden.

Heel erg mooi! Prachtige vergezichten, gigantische huizen met privestranden. Wat opviel was dat het hier erg druk is, er was geen doorkomen aan!

Tegen 3 uur waren we op de eindbestemming: America’s Best Value Inn in Lake Tahoe. Geen tentje deze keer, maar een hotel, die ons maar 5 euro kost. (de rest van het bedrag kregen we kado van e-bookers). Van het hotel kregen we gratis toegang tot de beach, dus ook daar hebben we nog even gezeten.

Ook vloog er nog even een Ospey over

Vervolgens hebben we nog even in Nevada gekeken. Zo leuk: als je de grens overgaat staan er gelijk Casino’s

Vanavond heerlijk gegeten bij de Denny’s, dus het was een makkelijk avondje.

Morgen hoeven we geen tent in te pakken en ook voor het ontbijt wordt gezorgd, dus we kunnen zo weer op weg.

De volgende bestemming wordt Mammoth Lakes met een stukje Tioga pas.

Woensdag 17 juni: naar Mammoth Lakes

Gisteravond, toen we nog even buiten stonden te roken, kwam er heel voorzichtig iets onder een auto vandaan. We dachten eerst dat het een kat was, maar even later zagen we hem goed: een raccoon….Hij dook in een afvalbak die achter een muurtje stond en zocht zijn maaltijd bij elkaar en ging het lekker op zitten peuzelen.

Het was even wennen in een hotelkamer, ik vond het nogal warm, weinig frisse lucht. We waren het zelfs al zo ontwend dat we pas na anderhalf uur door hadden dat we geen afstandsbediening hadden voor de tv. Die hebben we toch nog maar even opgehaald.

Vanochtend was er continental ontbijt: er stond een toaster en brood, bagels, cereals, jam, creme cheese en koffie en jus. Het vulde toch en beetje.

Langs het Mono Lake zijn we even gestopt om een foto van bovenaf te maken, verder niet, we zijn hier inmiddels 2x geweest. Wel hebben we in Lee Vining even een kop koffie gescoord met als lunch een plak lemon cake en een plak carrot cake.

Onderweg naar Mammoth Lakes, via het Mono Lake en voor de lol de Tioga pas tot aan Tenaya Lake. Het was erg druk op de Tioga pas, bijna geen parkeerplaatsen en af en toe file rijden. En dan zijn er nog toeristen die voor het eerst in een camper rijden en eigenlijk niet durven, dus omhoog met 20 als je 45 mag en naar beneden op de rem.

Onderweg hebben we nog geprobeerd om een familie te helpen die een auto hadden gehuurd waarvan opeens het motor lampje ging branden en waarvan de rembekrachtiger was uitgevallen. Helaas kwamen we er niet uit en ze moesten eerst van de pas af voordat ze konden bellen met het verhuurbedrijf. Best wel eng want er is een behoorlijke daling. Geen idee hoe het is afgelopen, ze durfden ook niet zo goed want we zagen ze na 2 bochten alweer op een parkeerplaats staan.

De uitzichten vandaag waren weer eens prachtig, hoge bergen met nog wat sneeuw erop en mooie alpenweiden.

Op naar Mammoth Lake, in de winter een ski gebied, in de zomer ook prachtig. We staan op Mammoth Mountain RV Park, weer een leuk plekje tussen de dennenbomen. Een klein detail: er lopen hier beren, ook overdag! Elke plek heeft dus een eigen Bear locker en al het voedsel MOET direct uit de auto in de Bear Locker. Ook de toilettas mag niet in de auto blijven. Zelfs verdwaalde snoep papiertjes moeten uit de auto, als ze die zien is er kans dat ze je auto openbreken. Inmiddels heb ik de hele auto al over de kop gehad, alle papiertjes zijn eruit (hoop ik), alle voedsel en de koelbox zit in de Bear Locker en we zijn maar uit eten gegaan, dan kunnen we ook niet met voedsel knoeien op ons plekje.

Morgen gaan we naar Lone Pine, maar anderhalf uur rijden van hier, dus we doen het rustig aan. Omdat het er naar uitziet dat het daar behoorlijk warm zal zijn, hebben we besloten om toch maar in een hotel te gaan overnachten. Morgen moeten we dus eerst alle spullen uitzoeken die we gaan achterlaten in Las Vegas, waar ze door Ina, een mede forumlid over een paar weken worden opgehaald.

Donderdag 18 juni: naar Lone Pine

En geen beer gezien! Wel een coyote die heel sneaky de campground opsloop op zoek naar eten. Helaas is iedereen dus erg goed in het opbergen van eten. Albert zei al gekscherend: de eekhoorns hebben hier bretels om om hun vel op te houden. Later vertelde een andere campinggast dat het wel mee valt met de beren, hij had er in 50 jaar maar 2 gezien en een mountain lion. De beren hier zouden maar kleintjes zijn…..dat was dus onze laatste kans om een beer te zien, blij gemaakt met een dood vogeltje!

We hebben het rustig aan gedaan. De tent terug in de 2 zakken zodat we elk de helft mee terug nemen. De benzinebrander geleegd en uit laten branden. De overgebleven fuel weg gegeven, samen met een stuk kaas die nog over was. De eetwaren weg gegooid en vervolgens alles wat hier blijft netjes in een box gedaan, kunnen we het zo afgeven in Las Vegas.

Tegen half 10 verlieten we de camping.

De eerste stop was de Hot Creek Geological Area, vlakbij Mammoth Lakes.

Tijdens een grote vulkaanuitbarsting ongeveer 760,000 jaar geleden ontstond de Long Valley Caldera. Een overblijfsel hier van is Hot Creek, je ziet hier nog steeds veranderende heet water bronnen, fumaroles (een opening in de aardkorst waardoor gassen en dampen ontsnappen), kraters en af en toe een geiser. Dit alles wordt veroorzaakt door een ruimte met hete magma (vloeibaar gesteente), die ongeveer 5 kilometer onder de oppervlakte ligt

In Hot Creek veroorzaken aardbevingen plotselinge geiser uitbarstingen of nieuwe heet waterbronnen. Ook de temperatuur van het water wisselt sterk, dus het is verboden om het water in te gaan. Ook mag je niet dichtbij de pools komen omdat de aardkorst te dus zou kunnen zijn en er een pool onderligt. Leuk gebiedje om te bezoeken als je geen haast hebt.

Weer was het internet te traag om de weblog bij te werken dus de eerste stop was in Bisshop, de Mc Donalds, kopje koffie en een oatmeel cookie en de computer aan. Naast ons zaten mensen uit Enschede, die net zo als ons reizen. Dus wat ervaringen en tips uitgewisseld en een uur later afscheid genomen.

Op naar de Alabama Hills: dit is een niet veel bezocht gebied. Je vindt hier een opeenstapeling van gladde, ronde rotsen die miljoenen jaren oud zijn. Water- en winderosie en de schurende werking van zand zorgen voor de vreemde vormen van de rotsen, soms omschreven als ‘potatoe-shaped’. De kartelige, hoge pieken van de Sierra Nevada op de achtergrond zorgen voor een scherp contrast met de Alabama Hills.

De naam is ontstaan tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. In 1864 werd goud gevonden door een aantal sympathisanten van de zuidelijke Confederatie. Toen zij hoorden dat de kruiser Alabama meer dan 60 schepen van de noordelijke Unie had uitgeschakeld, kozen zij deze naam voor de claims op hun goudmijnen.

In de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het unieke landschap van de Alabama Hills ontdekt door Hollywood en sindsdien zijn hier talloze film scenes opgenomen, met o.a. John Wayne, Humphrey Bogart en Mel Gibson. Ook gebruikte men de Alabama Hills als decor voor televisieseries als Lone Ranger en Rawhide.

Met 99 graden Fahrenheit op de meter hebben we een stukje gelopen, naar een Arch die in dit gebied ligt. Erg leuk om tussen deze rotsen te lopen, maar absoluut niet koud! En…we hebben een nieuwe hobby: cachen zonder GPS, haha, niet erg goed verstopt!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Helemaal bezweet kwamen we weer bij de auto, dus alles op koelen gezet en op naar de Best Western in Lone Pine. Wat ben ik blij dat we niet gaan kamperen…..We hebben een prachtige kamer, lekker koel en hebben ook al even gebruik gemaakt van het zwembad.

Morgen gaan we door Death Valley naar onze thuisbasis: Las Vegas. De temperatuur die verwacht wordt? 44 graden C, ook niet koud dus. De baliemedewerkster van het hotel raadde ons al aan om zo vroeg mogelijk door Death Valley te rijden, ze verwachten daar morgen 125-130 graden F. Ook moesten we genoeg water voor onszelf en voor de auto meenemen….klinkt goed! We gaan dus vroeg vertrekken.

Vrijdag 19 juni: naar Las Vegas

En toen was de laatste dag stilte aangebroken……terug naar de drukte….

Gisteravond heel gezellig zitten kletsen met een man die ook in het hotel “woonde”. Hij werkt voor een bedrijf die water terugpompt in het verdwenen meer vlak voor Death Valley. Los Angeles heeft veel water nodig en ze pompen sommige meren gewoon leeg. Als het dan gaat stormen dan waait het zand weg. Het zand uit dit verdwenen meer komt terecht in Canada, die daar niet blij mee is en ze hebben nu de staat Californië aangeklaagd voor al het zand wat bij hen terecht komt. De oplossing die ze bedacht hebben is een dun laagje water terug laten lopen op de grond, zodat het zand niet meer wegwaait. We hadden een leuke avond met een nog leuker gesprek.

Vanochtend vroeg op, we zaten tegen 7 uur aan het ontbijt. Tegen 8 uur reden we weg om even later weer terug te komen want ik had mijn wandelschoenen laten staan op de kamer.

De reis ging door Death Valley, erg droog, erg heet, maar nog wel een paar mooie foto’s gemaakt.

De enige stop die we deden was bij Zabriskie Point, waar we zelfs een camper van Cruise Amerika zagen staan. Die mag hier toch echt niet komen in deze tijd van het jaar, dachten we.

Het heetste wat we hebben gezien was 102 Fahrenheit, dat was tegen 10 uur in de ochtend.

De reis was niet zo lang, tegen 1 uur waren we in Las Vegas.

Eerst even langs Dennis, de tatoeëerder om de afspraak van zondag te bevestigen. Het was om 12 uur, maar wordt nu iets eerder, een uur of 10. Toen door naar de kapper om een afspraak voor mij te maken voor zondag. Terwijl Albert zich laat pijnigen, laat ik mijn haar even verven, is dat ook weer klaar!

De Petsmart zit ernaast, en ik kan het niet laten om even katten te kijken. In plaats van het asiel, zitten de katten hier in de Petsmart en vanuit hier kan je ze een nieuw huisje bieden. Er zat een prachtige Main Coon, wel heel erg verleidelijk en misschien komt de dag dat we een kat van hier gaan meenemen. Voor onze eigen verwende nesten weer een paar nieuwe halsbandjes meegenomen.

Vervolgens naar de MGM, om de My Vegas rewards op de playerskaarten te laten zetten, een ontbijt en een diner as zondag. De temperatuur buiten liep lekker op:

En toen was het 3 uur, tijd om in te checken in het Bellagio. Er stond een behoorlijke rij dus het duurde even. Ik had een klein blikje hollandse snoepjes meegenomen en in ruil daarvoor krijgen we een fountainview room, die moet alleen even worden schoongemaakt, dus we kregen tijdelijk een poolviewroom.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Eten deden we vanavond bij de Mirage, via My Vegas een 2 voor 1 buffet. (1 betalen, 2 halen). Goed eten, incl. bier en wijn!

Na het eten zijn we weer terug gelopen naar het Bellagio, en dat was niet echt een makkie. Ik zou niet zeuren over de temperatuur, maar koud was het zeker niet, ik schat nog een graad of 40 en dat om 8 uur ’s avonds! En dan staan er ook nog verklede mensen om geld te verdienen door met mensen op de foto te gaan.

Omdat we van kamer hebben gewisseld wilden we na het eten de grote tassen pas uit de auto halen anders werd het zo’n gesleep. De parkeergarage was net een sauna, binnen een minuut volledig bezweet.

Speciaal voor Conny heb ik de tuin van de Bellagio nog even op de foto gezet:

Deze slideshow vereist JavaScript.

Het is nu half 9, we zijn op dus zitten lekker op de kamer van de fonteinen en het uitzicht te genieten.

En nog een leuke verrassing: bij onze kamersleutel kregen we een voucher voor een gratis buffet voor 2, die gaan we dus dan morgen maar gebruiken voordat we naar Zarkana gaan.

Dus morgen genoeg te doen: als we vroeg wakker zijn naar Cars & Coffee, en naar de Outlet, de kaarten voor Zarkana ophalen in de Aria, dineren in de Bellagio en dan naar de 7PM show. Tussendoor nog even naar het zwembad en dan is de dag wel vol.

Zaterdag 20 juni: Las Vegas

We waren gisteravond moe van het reizen, dus we vielen vroeg in slaap. Dan ben je dus ook weer vroeg wakker, dus tegen 6 uur de tv aan en een kopje koffie erbij.

Ik wilde graag naar de Cars & Coffee, dit is elke zaterdagochtend van 7-9, dus tegen 8 uur liepen we op het parkeerterrein waar dit plaatsvindt. Er waren maar weinig auto’s maar waarschijnlijk komt dit ook door de hitte. Zelfs om 8 uur was het al 98 graden (37 celcius).

Deze slideshow vereist JavaScript.

Nadat we hadden rondgekeken zijn we naar de Denny’s gegaan voor het ontbijt en hebben de auto even volgetankt.

Om 10 uur hadden we een afspraak met Andrea en Larry waar we de kampeerspullen achterlaten voor Ina. Ze wonen in Las Vegas North, en de navigatie vertelde ons dat dit een half uurtje rijden was. We waren er dus mooi op tijd en werden opgewacht door 3 hondjes en hun baasjes. 1 van de hondjes, een chihuahua, ging gezellig op mijn schoot liggen, heel bijzonder want meestal vinden ze Albert aardiger.

We hebben heel gezellig zitten praten, we hebben nog een black widow spin gezien, ik had ze groter verwacht want van deze spin kan je heel ziek worden als hij je bijt. Ze wonen erg mooi, in een rustige buurt.

We hadden nog meer te doen, dus op naar de Outlet om een paar kadootjes voor het thuisfront aan te schaffen. Ondertussen was het alweer 108 graden Fahrenheit, maar in de Outlet is het lekker koel. Ook brachten we nog even een bezoekje aan de Bootbarn, waar ze van alles verkopen voor Cowboys en Cowgirls. Mooie laarzen, maar behoorlijk duur!

Vervolgens moesten we naar de Aria, om de tickets voor Zarkana te halen. Normaal zouden we dat lopend doen, maar het is zo warm dat we de auto in de Aria geparkeerd hebben. De (gratis) kaarten van 145 dollar pp lagen al klaar.

Omdat het gewoon te warm was voor het zwembad zijn we lekker op de kamer gaan zitten, genieten van het uitzicht.

Eten deden we in de Bellagio, want we hebben een gratis buffet voor 2 gekregen. Vandaag was er een special buffet omdat het morgen vaderdag is. Albert kwam met snow krabpoten en een gegrilde kwartel terug de eerste keer. Het aanbod was groot, en het was allemaal erg lekker. Toch blijft de Aria mijn favoriet, het Bellagio is me te massaal.

Toen we uitgegeten waren zijn we met de tram naar de Aria gegaan en hebben Zarkana gezien, mooie show,

er gebeurt erg veel, maar we vonden LOVE leuker. Dit was een echte circus show, veel acrobatiek. Ook nu weer de clowns die zorgen voor een vrolijke noot, zelfs al voor dat de echte show begint.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Ook was er een vrouw die beelden in zand tekende, wat op een groot scherm te zien was

Om al het eten een beetje te verteren zijn we maar terug gelopen, het is bijna niet te doen. Het koelt gewoon niet af hier. En als het wel waait dan sta je in een grote fohn.

We zitten nu weer lekker op de kamer met de airco op 65. De frisjes liggen in de badkuip om koud te worden. Het uitzicht hier is echt geweldig!

Morgen gaan we verkassen, we slapen de laatste nacht in het Luxor. Dus uitchecken, dan naar de MGM voor een gratis (My Vegas) ontbijt, dan gaat Albert een tattoo halen en ik naar de kapper en dan weer inchecken in het Luxor en dan weer gratis dineren in het MGM.

Zondag 21 juni: Las Vegas

De laatste vakantiedag is aangebroken…..

We moesten voor 9 uur in het MGM zijn voor ons “gratis” ontbijt, dus de wekker ging af om 06.30. Niet erg want om deze tijd opstaan is vrij normaal voor ons als we hier zijn. Albert had al een kopje koffie voor me gezet, heerlijk.

We hadden de tassen al bijna ingepakt dus we konden in 1x naar de auto. Eerst nog even uitgecheckt aan de balie, want we moesten ons buffet van gisteren nog van de rekening laten halen. Je moest hem op de kamer laten zetten en dan zou hij er bij uitchecken weer afgehaald worden. Toen bleek dat we er eigenlijk geen recht op hadden maar omdat we wel een voucher hadden (gekregen van die leuke mevrouw die ik een doosje snoepjes had gegeven) werd het er zonder discussie weer afgehaald. Scheelde toch mooi even 80 dollar, haha

Toen naar de Walmart om geld te pinnen voor de tattoo, naar de Lee’s voor een flesje Southern Comfort, naar de smoke-shop voor wat sigaretten en door naar Dennis, waar Albert om 10.00 mee had afgesproken. Na 10 minuten ben ik naar de kapper gereden en heb mijn haar laten verven.

Het verven duurde nogal lang en terwijl ik net in de rij voor de kassa stond om nog wat voedsel voor onderweg af te rekenen belde Albert al waar ik bleef. Gelukkig was het niet ver dus 5 minuten later was ik weer bij de tattooshop. Ik heb een enorme hekel aan automaten en rij hier dus eigenlijk niet, maar gelukkig was dit maar 1 rechte weg en het was niet zo druk. De tattoo is erg mooi geworden, het borststuk is nu af. De volgende afspraak staat echter alweer, dat wordt een adelaar op de arm.

Het is erg druk in Las Vegas, op dit moment is het EDC (Electric Daisy Carnaval) aan de gang. Dit trekt 100.000en mensen die 3 nachten lang feesten op het racecircuit hier. Ik hoorde bij de kapper al dat er nogal wat medische hulp nodig was, ze vergeten te drinken en drogen dus uit, het tweede probleem is drugsgebruik. En het is natuurlijk veel te warm. De ambulances hebben het dus erg druk. Het feest trekt vooral jeugd en het is bijna niet te geloven hoe ze er bij lopen: veel in bikini, met een soort beenwarmers om en overal bloemetjes. Er rijden bussen heen en weer en vanochtend stond er bij de MGM een man die iedereen een t-shirt gaf omdat ze niet willen dat iedereen bijna bloot naar binnen loopt.

Aangekomen bij de Luxor was het behoorlijk moeilijk om een parkeerplek te vinden. Werkelijk alle terreinen en garages zijn vol.

Maar na een paar rondjes hadden we een plek. De rij bij de balie ging erg snel en met behulp van een paar hollandse klompjes zitten we nu op de 20e verdieping, roken, kingbed, alleen geen airportview, die waren vol.

We hebben nu mountainview, we wilden nog naar het zwembad maar dat hebben we laten overgaan. We zien van boven al dat er totaal geen schaduwplekken zijn, en bijna iedereen staat in het water, dus zwemmen gaat ook niet lukken.

De temperatuur is 44 graden, dus op de kamer is het ook prima. We hebben we tassen goed ingepakt en gewogen, weer precies aan het gewicht.

Dineren deden we weer in het MGM, best lekker, maar we zouden er geen 80 dollar voor over hebben. Op de terugweg zijn we via de Excalibur gelopen en hebben daar een lekker ijsje gehaald bij de DQ.

Bij terugkomst in de Luxor nog even 5 dollar in een gokkast gegooid en zonder winst weer naar boven.

Morgen is de terugreis, we vertrekken om 09.40 richting Houston en stappen daar over op het vliegtuig naar Amsterdam, waar we tegen 09.20 hopen aan te komen.

Maandag 22 juni: terug naar huis

De wekker ging om 5 uur. Kopje koffie gedronken en uitgecheckt. Tegen 6 uur zaten we bij de i-hop voor een lekker ontbijtje, deze keer geen extra pannenkoeken, dat was toch wel erg veel.

Het weer was trouwens heerlijk, een graad of 85 met een briesje. Maar ja, dat was om 6 uur en dat betekende wel dat het weer een hete dag zou worden. Gelukkig hadden wij daar geen last meer van.

Tegen 7 uur leverden we de auto in bij Alamo. Het totaal aantal gereden mijlen is 5046. (iets meer dan 8000 km).

Bij het inchecken zagen we dat we beide TSA-pre hadden. Dat scheelt weer want dan mag je in een versnelde procedure rij en hoef je je schoenen niet uit te doen, je riem niet af en er hoeft niets uit je handbagage. Ook is er een speciale korte rij. We waren dus zo achter de controle.

Met een heerlijk kopje Starbucks koffie en natuurlijk een plakje lemon-lime cake wachtten we tot we mochten boarden. Het vliegtuig naar Houston had een half uur vertraging, dat werd tijdens de vlucht weer netjes ingehaald. Helaas was de vlucht vol en had ik weer een niet al te dun persoon naast me dus het was een beetje krapjes.

Het vliegtuig naar Amsterdam had, zoals gewoonlijk, ook weer vertraging en eerst zag het er naar uit dat we ook hier geen vrije extra stoel hadden. Totdat een stewardess tegen de man naast me zei zat hij wel een rij verderop kon gaan zitten, zodat iedereen wat meer ruimte had. Heerlijk een extra stoel tussen ons in! Zo kan je net even wat ruimer zitten en een beetje hangen.

We hebben wat gedommeld, en de wind stond goed dus we waren ook netjes op tijd in Amsterdam (09.15), waar Conny ook net was aangekomen vanuit Groningen. Ze had heel lief aangeboden om ons op te halen zodat we geen ergernissen zouden beleven met de NS.

Tegen 1 uur waren we weer thuis, een beetje moe en wat warrig.

Sil zat al op ons te wachten en toen ze wegging zijn we toch maar even 2 uurtjes op bed gekropen en dat deed ons erg goed.

De jetlag zal morgen wel weer toeslaan maar gelukkig zijn er nog een paar dagen vakantie om weer bij te komen!

We hebben weer een prachtige reis gemaakt, veel erg leuke ontmoetingen.

Iedereen bedankt voor de reacties.

Lyan en Albert